ACTIEVE BEWAARPLAATS VAN ARTIKELEN,  INTERVIEWS EN COLUMNS.

Interview

Leestijd ongeveer 2 minutenKoen Kleijn: geschiedenis levend en tastbaar maken 

Sinds januari organiseer ik, Evelien Polter, feministische boekenavonden in Huis de Pinto in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt. Tijdens deze avonden interview ik schrijvers over hun werk. Mijn nieuwsgierigheid naar hoe anderen zo’n avond presenteren en live gasten interviewen, heeft me ertoe gebracht een aantal interviews af te nemen met presentatoren van bijeenkomsten.

Mijn eerste gast is Koen Kleijn, kunsthistoricus, journalist (De Groene Amsterdammer, Volkskrant), documentairemaker en schrijver, gespecialiseerd in de geschiedenis van Amsterdam. Koen is medeauteur van diverse boeken, waaronder Ons Amsterdam 750 jaar. Sinds 2018 is hij hoofdredacteur van Ons Amsterdam, hij is de drijvende kracht achter het tijdschrift en initiatiefnemer van De Grote Amsterdam Quiz en andere evenementen rond Amsterdamse geschiedenis.

Hoe begon je met het organiseren van bijeenkomsten in Huis De Pinto?
‘Na een avond in Huis De Pinto met Peter-Paul de Baar over zijn biografie van Theo Thijssen vroegen de mensen van Pinto literair hem om vaker te komen spreken over de geschiedenis van Amsterdam. Zo ontstond het idee voor de Amsterdam-avonden; een keer per maand, en een reeks van vier zondagochtenden: de Ons Amsterdam Academy. De vierde serie van deze reeks op zondagochtend, gepland voor dit najaar, was weer heel snel uitverkocht.’

Wat was je drijfveer? En wat wil je ermee bereiken? Heb je het idee dat dat een beetje lukt?
‘Ons Amsterdam is een tijdschrift over de geschiedenis en heeft 8.000 abonnees. Onze nieuwsbrief gaat naar 11.000 belangstellenden. Dus we bereiken flink wat mensen. Ik vind dat we deze mensen meer moeten betrekken bij de stad, bij het erfgoed, bij hun geschiedenis. Het tijdschrift heet ook niet voor niks Ons Amsterdam. De lezers zijn de wat oudere Amsterdammers en die komen niet meer zo vaak in de binnenstad. Die vinden het daar veel te vol met toeristen. Dat is jammer. Want het is nu natuurlijk wel deze generatie die Amsterdam hebben gemaakt tot wat de stad nu is. Ik wil de betrokkenheid van die Amsterdammers bij de stad activeren. De bezoekers zijn vaak heel goed ingelezen als ze de bijeenkomsten bezoeken en stellen veel vragen. Dat geeft de betrokkenheid bij wat er in Amsterdam gebeurt en bij haar geschiedenis goed weer.’

Heb je bijzondere herinneringen aan de bijeenkomsten?
‘Wat ik heel erg leuk vind, zijn de bijzondere bezoekers. Bij de serie kwamen er zelfs mensen uit Harderwijk, mijn geboorteplaats. Bij de avond met Sophie van Ginneken over haar boek Amsterdam door vreemde ogen. Toeristenstad in wording waren er mensen die graag wilden mopperen over de aanpak van het toerisme door het gemeentebestuur. Zo van: “Je kunt niet eens meer op de stoep zitten.” Maar er zat ook een discrete meneer achterin die weinig zei. Die kwam later naar mij toe. Dat bleek oud-wethouder Piet Jonker te zijn die deels verantwoordelijk was voor het ontwikkelen van het toerisme. En een andere keer, over het boek De stad – het verhaal van Amsterdam van 1980 tot vandaag met Marcel van Engelen, zat oud-wethouder Walter Etty in de zaal, hij had de veranderingen in Amsterdam allemaal op bestuurlijk niveau meegemaakt. Dat vind ik heel leuk van de bijeenkomsten, dat het niet zomaar dode geschiedenis is, maar iets is wat iedereen van dichtbij heeft ervaren.’

Hoe kies je sprekers, en zeggen ze wel eens nee?
‘De keuze is min of meer toevallig. We houden bij Ons Amsterdam bij wat er wordt gepubliceerd en uit dat aanbod kiezen we waar we aandacht aan besteden. Afwijzingen komen alleen door tijdsgebrek of afstand. De reputatie van Huis De Pinto en de setting – een zaal met maximaal vijftig mensen – maakt het voor bijna iedereen aantrekkelijk om deel te nemen.’

GEPUBLICEERD IN vrijwilligersbulletin van Huis de Pinto