Interview
Gelukkig had één van de vrijwilligers een goede psalmenstem
Leestijd ongeveer 4 minuten
Het hospice op de vijfde verdieping van woonzorgcentrum Willem Drees-Oostpoort in Amsterdam bestaat alweer zeven jaar. De acht bewoners beschikken over een woon- en slaapkamer en een keukentje en badkamer. In de woonkamer wordt gegeten en worden gezamenlijke activiteiten georganiseerd.
Op een dinsdagochtend eind maart spreek ik coördinator Jan Willem Fuhring en vrijwilliger Dirk van den Born over hun werk in het hospice. Zij zorgen samen met het professionele zorgteam voor de ongeneeslijke zieke mensen in de laatste fase van hun leven.
Stel dat mij iets overkomt en ik wil hier mijn laatste dagen doorbrengen hoe kom ik hier dan terecht?
Jan Willem Fuhring: ‘Wanneer je opgenomen wil worden in het hospice heb je een indicatie nodig, die kan een huisarts, maar ook de specialist afgeven. Hij of zij verwijst je met je indicatie door naar zorgbemiddeling, dat is een bureau binnen zorginstelling Amstelring die alle opnames coördineert en organiseert. Wanneer je opgenomen wordt in het hospice, dan is de verwachting dat je binnen drie maanden overlijdt. Bij mensen met terminal hartlijden en/of longlijden is dat lastig in te schatten. Zij zijn hier soms langer.’
Welke mensen verblijven in de ZorgHerberg?
Jan Willem: ‘Wij hebben de doorsnee Amsterdammer, hoog- en laagopgeleid en mensen uit alle culturen, het is een prachtige mix. De meesten zijn ouderen, maar laatst hadden we een aanmelding voor een jongen van 16. We noemen de mensen die hier verblijven onze gasten.’
Wat willen jullie de gasten bieden?
Dirk van den Born: ‘We willen ze ontzorgen en ontlasten. Als vrijwilliger voer je gesprekjes, je helpt met eten en drinken, stelt de gast op haar of zijn gemak. Je bent geïnteresseerd in hoe ze in het leven staan, hoe ze tegen dingen aankijken, wat hebben ze ervaren. Sommige mensen willen daar heel graag over vertellen. We willen hen comfort bieden om die laatste periode van hun leven zo goed mogelijk door te komen en hen te steunen waar kan. We willen dat als mensen in hun laatste fase zijn, dat ze zich kunnen concentreren op het afsluiten van hun leven.’
Is er ook geestelijke ondersteuning?
Jan Willem: ‘We hebben twee geestelijk verzorgers, één met een christelijk-humanistisch levensbeschouwing en sinds kort ook iemand met een islamitische achtergrond. Zij bezoeken alle gasten en kijken of er behoefte is aan een gesprek. Daarnaast vinden zowel door de verpleging, als door de vrijwilligers, allerlei gesprekjes plaats over vragen rondom hun familie of vrienden of over de zin van het leven. De vrijwilligers en de zorgmedewerkers kiezen vooral voor de humanistische benaderingswijze, waarbij niet een bepaalde religieuze denkrichting de boventoon voert.’
Wil je iets vertellen over het werk van de vrijwilligers?
Jan Willem: ‘De nadruk ligt op de zorg, op pijnbestrijding en het bieden van comfort en welzijn. Zodat het, voor zover mogelijk, comfortabel is voor de gast. Het gaat om even praten, een spelletje, de nabijheid van een ander voelen. Het belangrijkste is dat je contact maakt en luistert. Laatst hadden we een zeer gereformeerde dame die vond het heel fijn als er als er psalmen werden voorgelezen. Gelukkig had een van de vrijwilligers een goede psalmenstem.
De vrijwilligers draaien een vieruursdienst. De voorkeur gaat uit dat zij hier twee keer per week, vier uur komen. Tijdens hun dienst is er één vrijwilliger aanwezig. Alle nieuwe mensen krijgen een training gedurende drie zaterdagen. De VPTZ, Vrijwilligers Palliatief Terminale Zorg, organiseert deze cursus. Onder hen zijn vrouwen in de meerderheid, maar wij hebben hier relatief veel mannen. Er zijn ook studenten bij van in de twintig. We hebben schildervrijwilligers, twee bloemenvrijwilligersters en vandaag is Annie de spelletjesvrijwilligster er. Je kunt zoals Janneke Sibbelink keukenvrijwilliger worden, zij schrijft daar wekelijks over in Libelle. In haar nieuwe boek December slaan we even overdoet Siebelink verslag van ontroerende en leerzame ontmoetingen in een hospice in Oostpoort. Zij schrijft over wat mensen in hun laatste levensfase ons kunnen bijbrengen over het bestaan.’
Dirk hoe lang ben jij hier vrijwilliger en wat motiveert om dit werk te doen?
Dirk: ‘Bijna vijf jaar. Ik hou er heel erg van om mensen te helpen, te verzorgen, maar ik ben ook heel erg in voor een gesprek. Ik ben heel erg benieuwd naar wie de persoon is waar ik voor zorg, wat is zijn of haar levensverhaal.’
Bij het hospice werken naast de vrijwilligers zorgassistenten, verpleegkundigen en artsen. Hoe is het onderlinge contact?
Dirk: ‘Het overleg tussen de vrijwilliger en o.a. de verpleegkundige is heel frequent, we praten over hoe het gaat met een gast die zeer ernstig ziek is. Er is tussen elke dienst van de vrijwilligers een overdracht waarin je praat over wat er gebeurd is en hoe het gaat met de gasten.’
Hoe gaat het als er iemand overlijdt?
Dirk: ‘Als je een goede band hebt met een gast en je weet dat zijn of haar einde nadert dan zeg ik aan het einde van mijn dienst dat ik hoop dat het gaat zoals de gast graag wil, of iets van die strekking. En ik hoor ook van vrijwilligers dat ze zeggen ‘vaarwel’, of ‘ik wens u een goede reis’.’
Jan Willem: ‘Als iemand overlijdt, dan doen we hem of haar uitgeleide. Als de begrafenisonderneming het lichaam ophaalt wordt er uitgeleide gedaan door de aanwezige medewerkers en de vrijwilligers. Vaak is de familie hierbij aanwezig. We hebben een mooie quilt die we over de kist leggen. We lezen een gedicht voor en soms wordt er door een van ons iets persoonlijks aan toegevoegd. Dat doen we in de gang, dat is echt een mooi moment. Een deel van het gedicht dat regelmatig wordt voorgedragen luidt:
Wij hebben u hier mogen ontvangen,
we hebben u onze zorg kunnen geven
uw laatste dagen mogen delen.
We hebben uw kwetsbaarheid mogen zien.
We willen u danken
om wat u ons daarmee gegeven hebt.’