ACTIEVE BEWAARPLAATS VAN ARTIKELEN,  INTERVIEWS EN COLUMNS.

Interview

Een warm hart voor de publieke zaak

Leestijd ongeveer 7 minuten

Wat betekent het om bestuurder te zijn in deze woelige politieke tijden? Om dat te onderzoeken interviewde ik Mary Fiers. Zij kwam in oktober 2021 in de Eerste Kamer door het vertrek van Esther Mirjam Sent. Op 13 juni 2023 wordt Fiers opnieuw geïnstalleerd. Over haar Kamerwerk, haar vroegere lidmaatschap van de gemeenteraad en wethouderhouderschap van Eindhoven en haar huidige werk als directeur van het Groen Ontwikkelfonds Brabant gaat onderstaand verhaal.  

Uw werkzame leven begon u als operatie-assistente in het ziekenhuis in Eindhoven. Was u in die tijd al politiek betrokken?
“Ik ben opgegroeid in een liefdevol gezin in de Brabantse Kempen waarin veel maatschappelijke onderwerpen besproken werden aan de keukentafel. We spraken over wat er gebeurde in ons dorp Bladel, in Europa en in de rest van de wereld. Daarnaast was mijn vader actief voor een plaatselijke progressieve politieke partij. Politieke betrokkenheid is mij met de paplepel ingegeven. Als puber en jonge twintiger was ik niet politiek actief maar wel met andere maatschappelijke dingen bezig. Ik heb in die periode regelmatig in Haïti gewerkt als operatie-assistente. Rond mijn 25ste werd ik actief in de Eindhovense PvdA-afdeling.”

U bent gemeenteraadslid en wethouder geweest in Eindhoven. In die tijd was u een bekende Eindhovenaar. Uw werk in de Eerste Kamer vindt meer in de luwte plaats. Mist u weleens de hectiek van het dagelijks betrokken zijn bij de plaatselijke politiek?

‘De gemeente is, als ‘eerste overheid’, een fantastische plek om te werken aan een eerlijkere samenleving. Dichtbij en direct. Ik kijk met veel plezier terug op ruim tien jaar Eindhovense gemeentepolitiek. Brainport Eindhoven, met een innovatieve techsector, kent aan de ene kant veel mensen met wie het heel goed gaat. De stad wordt steeds internationaler. Aan de andere kant kent Eindhoven ook een grote groep mensen die niet rond kunnen komen. Met wie het helemaal niet goed gaat. Die enorme verschillen moeten we niet accepteren. Niet in Eindhoven, nergens niet. Dat maakte en maakt me strijdbaar.

Nadat ik gestopt was als wethouder moest ik wel afkicken van een hectisch leven. Ondanks dat ik weer volop aan de slag was, heb ik lang een soort vakantiegevoel gehad, omdat de permanente druk van het wethouderschap in een grote stad stevig is. Missen doe ik die hectiek niet, maar ik mis de mensen met wie ik destijds gebouwd heb aan sterke buurten en wijken wel. De bewonersvereniging van Woensel West toverde het schoolplein om tot het Mary Fiers-plein. Op het bord staat als ondertitel ‘vriendin van Woensel West’. Dat beschouw ik als een groot compliment.”

Na uw periode als wethouder werd u directeur van het Groen Ontwikkelfonds Brabant. U deed vanuit die functie in april een oproep aan de formateur bij de coalitie-onderhandelingen voor een nieuw college van de provincie Brabant. Op 12 mei had u een gesprek met hem. Wat was de belangrijkste boodschap die u aan hem wilde meegeven?

“Het Groen Ontwikkelfonds Brabant is een uitvoeringsorganisatie van de provincie Noord-Brabant waarmee we willen zorgen voor meer natuur     . Onze boodschap aan de formateur is: besteed in het coalitieakkoord ook aandacht aan de uitvoerbaarheid van beleid. Hoe wil je al die ambities waar gaan maken? Juist in het natuurbeleid is de uitvoering de komende jaren een enorme klus. We hebben een aantal concrete uitvoeringstips gegeven aan de formateur en de formerende partijen.”  

De provincie Brabant legde eerder dit jaar alle vergunningverlening voor aanvragen met stikstofeffecten op Natura 2000-gebieden stil. Zijn dergelijke maatregelen belangrijk voor het Groen Ontwikkelfonds?

“Onze opdracht is om 10.000 hectare nieuwe natuur te realiseren. Waarvan 2.000 hectare op een ondernemende manier, veelal door een combinatie van voedselproductie met nieuwe natuur. De stikstofmaatregelen zijn belangrijk voor de duurzame kwaliteit van de nieuwe en bestaande natuur en daarmee dus ook voor Groen Ontwikkelfonds Brabant.”

U wordt op 13 juni als Eerste Kamerlid geïnstalleerd, de PvdA gaat vanaf dat moment een gezamenlijke fractie vormen met GroenLinks. Zijn jullie al bezig met de voorbereidingen daarvan?

“Jazeker. We hebben al twee gezamenlijke bijeenkomsten gehad waarin we veel aandacht besteedden aan de onderlinge kennismaking. Het is goed om elkaars drijfveren te leren kennen. Het is een leuke en diverse club mensen. Ik heb er alle vertrouwen in dat we er een succes van gaan maken, alhoewel dat soms nog best lastig zal zijn. Al was het alleen maar vanwege de omvang. De onderlinge afstemming in een fractie van (naar verwachting) 15 mensen is anders dan binnen de huidige PvdA-fractie van 6 senatoren.”

Sinds oktober 2021 bent u voor de PvdA Eerste Kamerlid. Sinds die tijd heeft u de Omgevingswet in uw portefeuille. Wanneer en waarom besloot u dat u zich wilde inzetten voor het ingewikkelde proces rondom de inwerkingtreding van de Omgevingswet?

“Ik ben in de Eerste Kamerfractie gekomen door het vertrek van Esther Mirjam Sent, toen zij voorzitter van onze partij werd. Op dat moment zijn de woordvoerderschappen opnieuw verdeeld in de fractie. Vanwege mijn kennis en ervaring met Ruimtelijke Ordening en vergunningverlening als wethouder in Eindhoven en nu als directeur bij het Groen Ontwikkelfonds Brabant was het logisch dat ik de invoering van de Omgevingswet zou oppakken.

De Omgevingswet zal ingrijpende gevolgen hebben voor iedereen die ooit een schuurtje, dakkapel of huis wil bouwen. De wet bundelt meer dan 150 wetten en regels op het gebied van ruimtelijke ordening, waardoor een bouwvergunning aanvragen straks makkelijker en sneller moet verlopen. Zo worden vele overbodige regels over water, lucht, bodem, natuur en gebouwen geschrapt. Het is de bedoeling dat de wachttijd voor een vergunning van 26 naar 8 weken gaat.”

De Omgevingswet werd al in 2015 en 2016 goedgekeurd door de beide Kamers en gepubliceerd in het staatsblad. Daarna werd de invoering van de wet vijf keer uitgesteld: pas recent in maart 2023 stemde de Eerste Kamer in met de invoering van de wet op 1 januari 2024. U pleitte in uw bijdrage aan het debat opnieuw voor uitstel. Waarom wilde u dat deze wet (nog) niet van kracht werd?

“De PvdA heeft in het verleden ingestemd met de Omgevingswet. Destijds is bij de stemming door de Eerste Kamer geëist dat de regering voorafgaand aan de invoering ook instemming van de beide Kamers nodig heeft voor de invoering. Daarom lag de afgelopen periode de focus in de Eerste Kamer op de invoeringsdatum: ‘Zijn we klaar voor de uitvoering?’ Mijn conclusie was en is dat we niet klaar zijn voor een verantwoorde invoering.”

 Zelden lees je dat iets wordt afgeblazen. Bent u daar in het geval van de Omgevingswet wel voor?

“Ik moet bekennen dat ik somber gestemd ben over de haalbaarheid van een verantwoorde invoering, waardoor afblazen volgens mij een reëel scenario is. Ik voorzie heel grote uitvoeringsproblemen. Ik heb vele tientallen uitvoeringsprofessionals gesproken het afgelopen jaar. De signalen uit de praktijk zijn omvangrijk en alarmerend. Mijn beeld is dat veel gemeenten er niet klaar voor zijn. Van het enthousiasme van de VNG voor de Omgevingswet begrijp ik dan ook helemaal niets. Daarbij komt dat het onafhankelijk Adviescollege ICT-toetsing, op verzoek van de Eerste Kamer, meerdere keren het Digitaal Stelsel Omgevingswet bestudeerde en concludeerde dat zij niet kunnen vaststellen dat het DSO stabiel en betrouwbaar werkt, omdat er niet planmatig getest wordt. Ook zijn er grote twijfels over de juridische complicaties door de zogenaamde ‘samenloop’ van verschillende procedures. Tot slot is het denk ik onverstandig om in deze tijd van grote maatschappelijke opgaven in onze leefomgeving – denk aan energietransitie, woningbouwopgave, stikstofaanpak – de hele bestaande ruimtelijke wetgeving overboord te gooien. De nadelen van invoering zijn vele malen groter dan de voordelen.”

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft haar zorgen geuit over de komende Omgevingswet. Welke waarde moeten we toekennen aan deze uitspraak en waarom werd deze genegeerd door de meerderheid in de Eerste Kamer?

“Daar hebben we als PvdA-fractie grote waarde aan gehecht bij onze afweging, Het is zeer uitzonderlijk dat de Raad van State een ongevraagd advies geeft aan de Eerste Kamer. De inhoud van het advies was duidelijk een waarschuwing voor de juridische gevolgen van de invoering. In het debat in de Eerste Kamer is hier veel aandacht aan besteed. Dus de uitspraak is zeker niet genegeerd. De meerderheid van de Kamer – grofweg de coalitie en fractie Nanninga – heeft echter toch voor invoering gestemd. Dat heeft me zeer verbaasd.”

Regelmatig gaan er stemmen op om de Eerste Kamer af te schaffen. Controle op deugdelijke wetgeving geldt nu als voornaamste taak van de Eerste Kamer. Hoogleraar geschiedenis Remieg Aerts stelt voor om die taak aan de Raad van State over te laten, met een versterkte bevoegdheid, en de Eerste Kamer af te schaffen. Hoe staat u in deze discussie?

“Dit is een terugkerende discussie, zeker in tijden dat de regering geen meerderheid in de Eerste Kamer heeft. Is de Kamer dan in staat om de eigen specifieke rol te bewaken? Ik ben geen voorstander van afschaffing. Om verschillende redenen, maar persoonlijk vind ik het beoordelen van de uitvoerbaarheid van wetgeving de belangrijkste taak van de Eerste Kamer. In het politieke geweld van de Tweede Kamer krijgt dit vaak niet de aandacht die het verdient. Daar is dus een heel belangrijke taak voor de Eerste Kamer weggelegd. Gezien de uitkomsten van de recente parlementaire enquêtes over Groningen en de Toeslagenaffaire verdient dit de komende jaren juist meer dan minder aandacht.”

In uw bijdrage aan het debat in de Eerste Kamer raadt u uw mede-Kamerleden aan om naar de Volkskrant-podcast Stuurloos, over de besturing van Nederland, te luisteren. Waarom vindt u dat een belangrijke nieuwsbron?

“In deze podcast worden boeiende gasten, die werken voor de publieke zaak, geïnterviewd door Gustav Bessems. Er is ruim de tijd om in te zoomen op knelpunten in het functioneren van de overheid. Met als doel om met die inzichten het functioneren van de overheid te verbeteren. Uitvoering van beleid is een regelmatig terugkerend onderwerp. Echt een aanrader voor iedereen met een warm hart voor de publieke zaak.”

Mary Fiers (1968) is sinds 12 oktober 2021 Eerste Kamerlid voor de PvdA. Eerder was zij dat van april 2018 tot juni 2019. Daarvoor was zij zeven jaar wethouder (van onder meer wonen en ruimtelijke ordening) van Eindhoven en begon zij als directeur bij het Groen Ontwikkelfonds Brabant. Fiers was eerder lange tijd werkzaam op de operatieafdeling van het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven en als leidinggevende in de verslavingszorg in Brabant. Als Kamerlid houdt zij zich onder meer bezig met de Omgevingswet.

GEPUBLICEERD IN TIJD & TAAK, TIJDSCHRIFT VAN DE BANNING VERENIGING